Tips voor een goede start van het schooljaar

Updated juli 2024

Wie is wie?

Kom, we gaan jouw eerste les in. Jij staat stevig en met een glimlach bij de deur om de leerlingen te verwelkomen. Wat heb je (online) bij je? Een smoelenboek als dat er is, een lijst met namen van de leerlingen en een lege plattegrond met een opstelling zoals in jouw lokaal.

Die eerste les staat in het teken van kennismaken, want een goede relatie met je klas is het allerbelangrijkste. Waarom? Alleen al omdat leerlingen beter leren in een goede sfeer en jij graag les wilt geven zonder veel gedoe. Wanneer is de relatie goed? Als de leerlingen en jij je veilig voelen, als duidelijk is wat de regels zijn, als de leerlingen vragen durven te stellen, aan het werk gaan als jij dat vraagt, luisteren als je iets uitlegt, als er ruimte is voor een grapje en jij met zelfvertrouwen voor de klas kunt staan.

Elke goede relatie begint met kennismaken. De eerste les is hét moment om wat meer over elkaar te weten komen. Hoe? Doe vooral iets wat bij jou past.

Op internet kun je allerlei spelvormen vinden die je kunt aanpassen zodat ze een raakvlak hebben met jouw vak. Een voorbeeld daarvan is Speeddate: knip (oude) speelkaarten in twee en geef elke leerling en jezelf een halve kaart. Ga kriskras door elkaar lopen terwijl je constant je kaart wisselt met anderen. Bij een signaal van jou zoekt iedereen zijn ‘wederhelft’. Bedenk vragen waar elk duo antwoord op geeft. Wees creatief en verzin vragen rond jouw vak. Voor een vreemde taal kan dat bijvoorbeeld zijn dat ze in die taal vragen: Wat is jouw favoriete sport? Waar was jij op vakantie? Welk cijfer had jij vorig jaar voorVind jij of denk jij dat …… moeilijk is?

Maak het niet te moeilijk, want het doel is bovenal kennismaken. Na bijvoorbeeld 2 minuten gaan de spelers weer door elkaar lopen tot je opnieuw een signaal geeft.

Maar is zo’n spel leiden ver buiten je comfortzone, zoek dan een andere vorm om kennis te maken. Vertel bijvoorbeeld waarom jij jouw vak zo boeiend vindt, neem een bijzonder voorwerp mee of laat een filmpje zien dat dit illustreert. Daarna kun je eens peilen wat de leerlingen van jouw vak verwachten: vinden ze het moeilijk, denken ze een voldoende te kunnen halen, hebben ze een idee van de inhoud?

Wat je ook doet: zorg dat je iets van jezelf laat zien en geef ook de leerlingen de kans om dat te doen. Ondertussen vul je de plattegrond in met de namen van de leerlingen. Neem afscheid met een glimlach en een duidelijke instructie voor de volgende les: wat nemen de leerlingen mee, wat moeten ze als voorbereiding doen. En jij? Jij gaat je best doen om de namen van al je leerlingen zo snel mogelijk uit je hoofd te kennen.

Meer ideeën om kennis te maken met je leerlingen:

Praktisch en snel: https://docentenleven.nl/2020/07/29/werkvormen-voor-de-start-van-het-schooljaar/

Vooral voor het vak Nederlands: https://www.onderwijsvanmorgen.nl/ovm/goed-begin-3-lesideeen-om-elkaar-beter-leren-kennen/

Voor als je meer tijd hebt, bijvoorbeeld als je mentor bent: https://www.tumult.nl/vijf-kennismakingsspellen-voor-een-goede-start-van-het-schooljaar/


Van waarden naar regels en afspraken

Vergis je niet: leerlingen willen graag regels; zij willen weten waar ze aan toe zijn. Hoe duidelijker de regels, hoe minder gedoe. Natuurlijk gaan zij jou nog uitproberen de komende weken: ze willen weten hoe consequent jij de regels gaat handhaven en hoe je dat gaat doen. Daarover later meer.

Ook heeft elke school wel schoolregels, maar daarin staan meestal algemeenheden als: Wij gaan respectvol met elkaar om/Op onze school is iedereen gelijkwaardig. Het is jouw taak als leraar om de open deuren om te zetten in concrete regels en afspraken in jouw klas. Daarbij moet je goed geïnformeerd zijn over hoe er op jouw school wordt omgegaan met zaken als te laat komen, huiswerk, mobiele telefoons, mondkapjes, jassen en petten.

Achter iedere regel schuilt een waarde en waarden hebben consequenties voor je gedrag. Als je laat weten waarom je bepaalde regels in jouw klas belangrijk vindt, zullen de leerlingen ze eerder accepteren en naleven. Nog fijner is het als zij het idee hebben dat het ook hun waarden zijn en als regels afspraken worden.

Je kunt eens beginnen met verkennen: welke waarden heb jij en hebben zij? Respect is er bijvoorbeeld een die iedereen wel belangrijk vindt: jij wilt met respect behandeld worden en daarbij hoort ook dat je anderen met respect behandelt.

Belangrijk is hoe dat er dan in de praktijk uitziet. Dàt is wat jouw leerlingen willen weten. Vanuit de waarde respect kun je bijvoorbeeld de afspraak maken: als iemand praat, zijn de anderen stil en luisteren, zodat de ander gehoord kan worden. Dat geldt voor als jij iets uitlegt, maar ook als een leerling een vraag stelt of iets vertelt. Denk vooral niet dat dit soort dingen vanzelfsprekend is, dat iedere leerling dit weet en zich er uit zichzelf aan zal houden. Maak duidelijk wat jij belangrijk vindt en herhaal dat zo vaak als nodig.

Wil jij een goede start? Ga voor je eerste les eens bij jezelf na wat jouw kernwaarden zijn met betrekking tot het lesgeven en welke gedragsregels je daaraan wilt koppelen. Bedenk daarna of en hoe je de leerlingen hierbij wilt betrekken.

Dat laatste kan op veel verschillende manieren, van spelvorm tot kringgesprek tot een simpel lijstje. En het belangrijkste is weer dat je een vorm vindt die past bij jou en je doelgroep. Zo zou je de waarden kunnen ‘vangen’ door de leerlingen in groepjes te laten werken. Bespreek dan eerst wat waarden zijn en laat ze ter inspiratie bijvoorbeeld de woordwolk boven dit artikel zien. Vervolgens maken ze per groepje op post-its een top 3, die zij op het bord plakken. Van daaruit kun je de 3 kernwaarden van de klas bepalen. Op basis van die 3 waarden kun je hen laten nadenken over afspraken die daarbij horen en daarvan een lijstje maken dat je bijvoorbeeld ophangt in het lokaal of de eerste weken aan het begin van elke les projecteert. Zorg ervoor dat het lijstje niet te lang wordt; 5 afspraken is al veel en ook genoeg.

Meer inspiratie om regels en afspraken te maken vind je op:

https://positievegroepsvorming.weebly.com/regels-en-afspraken.html

https://www.klasse.be/148776/5-tips-voor-duidelijke-klasregels-met-effect/

Grensbewaker

Of je het nu wilt of niet, als leraar ben je ook grensbewaker. In de eerste lessen heb je afspraken gemaakt met de leerlingen, maar dat betekent nog niet dat ze zich er allemaal altijd aan zullen houden. Sterker nog: je weet dat ze zich er niet allemaal altijd aan zullen houden.

Hoe bewaak je de grenzen in een klas? Door duidelijk aan te geven waar ze liggen en proportioneel te reageren is het simpele antwoord.

Een leerzame en ook nog leuke en ogenopenende oefening is: maak eens, het liefst samen met collega’s, een correctieladder=reacties op ongewenst gedrag van klein naar groot, van een veelbetekenende blik tot eruit sturen. Zo weet je wat je allemaal aan maatregelen in je achterzak hebt.

Heb altijd in je achterhoofd:

  • Belonen werkt beter dan straffen.

  • Wat de een mag, mogen alle anderen ook. Als Kayley mag kletsen, mogen andere leerlingen dat ook. Zij zullen je daaraan herinneren als je dat vergeet: Maar Kayley kletste net ook…

  • Een leerling is niet vervelend, maar gedraagt zich soms vervelend.

  • Als leraar ben jij het Grote Voorbeeld. Als jij eet tijdens de les of scheldt is het moeilijk om de leerlingen dat te verbieden.

  • Wacht niet met reageren totdat jouw irritatiemeter rood uitslaat want dan zeg en doe je dingen waar je spijt van krijgt.

  • Dreigen wordt drama: De eerste de beste die nu nog praat gaat eruit! ….. zul je zien dat het liefste meisje van de klas een bij het onderwerp passende opmerking maakt: Maar u zei net…… Je kunt wel een individuele leerling duidelijk maken wat er gebeurt als zijn ongewenste gedrag niet stopt.

  • Voel je niet te groot om later te erkennen dat jouw reactie niet passend was: jij bent ook maar een mens en als je dat erkent zullen leerlingen je extra waarderen.

  • Straf jezelf zo min mogelijk met strafwerk voor de leerling: je moet het bedenken, bijhouden en controleren. Vind je toch dat het nodig is? Bedenk dan iets dat goed past bij de overtreding.

  • Sommige overtredingen zijn zo grensoverschrijdend dat er maar één maatregel past en dat is: zó kun jij op dit moment niet in de les blijven. Ga voor jezelf na welke dat voor jou zijn.

Vraag eens hoe anderen de grenzen bewaken, volg je gevoel, doe wat bij jou past, leer van je ervaringen en blijf reflecteren.

Meer over dit onderwerp op:

https://www.aob.nl/professionalisering/onderwijs-tips/tips-om-straf-te-geven-tijdens-de-les/

https://didactiefonline.nl/artikel/ouderwetsche-strafregels

https://oudersenonderwijs.nl/kennisbank/school-organisatie/straffenopschool/

De leraar als gastvrouw/-heer; een serieuze rol

Elke les, ja: elke les, sta jij op een strategische plek bij de deur.

Met een open houding, een brede glimlach en zó dat de leerlingen niet om je heen kunnen maar zich ook niet langs je heen hoeven te wurmen. En wat doe je daar? De leerlingen verwelkomen, ze laten merken dat je ze ziet. Dat kan door gedag te zeggen en hun naam te noemen, door even te laten horen dat je het hebt gezien: Maartje is naar de kapper geweest, Ahmed heeft een bijzondere tas, Lieke is nog nat van de regen.

Ook maak je hier al duidelijk wat de regels zijn in jouw lokaal: kauwgom in de prullenbak, jas op de kapstok, niet vechtend, schreeuwend of elkaar stompend binnenkomen.

En het is een uitgelezen moment om een individuele leerling kort te herinneren aan een gemaakte afspraak: Weet je nog Yasmin, als je iets wilt zeggen steek je je vinger op.

Zo maak je duidelijk dat dit jouw domein is, waar iedere leerling wordt gezien en waar bepaalde afspraken gelden. Zeker in de eerste lessen kun je dit onderstrepen door hierna een rondje door het lokaal te maken waarbij je hier en daar nog aanwijzingen kunt geven: pak je spullen, tas op de grond en even contact kunt maken met een individuele leerling: hoe gaat het nu met oma, met de zieke hond?

Maar wat als dat een keer niet lukt? Als jij later in het lokaal bent dan de leerlingen? Zet rustig je spullen neer en maak een rondje door het lokaal waarbij je alle bovengenoemde acties kunt uitvoeren. Laat je niet opjagen door de klok, want een les die niet goed gestart is loopt niet lekker.

Die eerste momenten zijn van onschatbare waarde; maak er goed gebruik van, iedere les weer en ervaar hoeveel makkelijker je de eigenlijke les kunt beginnen.

De rol van gastheer/-vrouw is een van de zes rollen van de leraar, zoals beschreven in het gelijknamige boek van Martie Slooter. Neem deze rol serieus en merk hoe soepel je nu je les kunt beginnen.

Checklist voor nieuwe leraren

Begin je op een nieuwe school? Zorg dat je voor je eerste les weet hoe het zit met onderstaande zaken:

  • Is er begeleiding voor jou als nieuwe leraar en zo ja: wat kun je daarvan verwachten?

  • Rooster, dagrooster en toegang daartoe, lestijden en pauzes

  • Smoelenboek, lijst met namen van jouw leerlingen per klas

  • Lokalen waar je lesgeeft: opstelling, whiteboard of blackboard , krijtjes of stiften, jouw device en koppeling met eventueel scherm, stopcontacten, aanwezig materiaal, kunnen de ramen open, bediening licht, verwarming en eventuele ventilatie en zonwering

  • Procedure rond te laat komen: wat is jouw rol daarin?

  • Absenten: waar registreer jij ze en volgen zij online de lessen?

  • Huiswerk: waar noteer jij het, hoe hebben leerlingen toegang en wat zijn de afspraken?

  • Mobieltjes: beleid en praktijk

  • Uitstuurprocedure: o.a. wat moet een uitgestuurde leerling doen en waar en hoe brengt hij de rest van het lesuur door?

  • Schoolregels en hoe wordt daarmee omgegaan

  • Welke rol hebben de conciërge, mentor, afdelings-, team- of unitleider, (con)rector in het corrigeren van ongewenst gedrag?

  • Waar laten leerlingen hun jassen, mogen ze een pet op?

  • Welk materiaal hebben leerlingen tot hun beschikking en hoe: device+opladen daarvan, (werk)boeken, online materiaal

  • Wat als leerlingen geen spullen bij zich hebben?

  • Gebruikte methode voor jouw vak + onlinemateriaal, (werk)boeken of blended

  • Welke afspraken zijn er in de sectie rond lessen, lesmateriaal en toetsen?

Ik wens je een droomstart en veel werkplezier in het nieuwe schooljaar!

Hoe gaat het? Niet zo goed....en dan?

Op de vraag: Hoe gaat het? kon ik na mijn oogoperatie de afgelopen week niet antwoorden met het gebruikelijke: Ja, goed! In deze moeilijke coronatijd zijn er meer mensen die niet zomaar positief kunnen antwoorden op deze vraag. Ik merkte dat mensen daar niet altijd goed raad mee weten. Het is een reactie die buiten je normale routine valt en waarop je niet altijd voorbereid bent. We hebben het hier natuurlijk niet over het oppervlakkige Hoe gaat het? dat we roepen als we een vage bekende tegenkomen in de supermarkt, maar over de oprechte vraag aan een dierbare. Daarom hier een paar do’s en don’ts voor wie wel empatisch wil reageren, maar even niet weet hoe:

Don’ts:

  • Ah, joh, het komt wel goed! Morgen voel je je vast al een stuk beter. Als iemand pijn of verdriet heeft of niet lekker in zijn vel zit helpt dit niet. Het is alsof je geen erkenning geeft voor die pijn, dat verdriet of het rotgevoel. Wat je doet heet silverlining: je maakt het mooier dan het is. Jouw woorden sluiten niet aan bij het gevoel van de ander waardoor als het ware de verbinding wordt verbroken.

  • Gelukkig heb je geen corona. Door een situatie te noemen die nog erger is lijkt het of je vindt dat de ander niet moet klagen. Er bestaat echter geen Ellende top 10 met de regel dat als je geen podiumplek hebt je je mond moet houden.

  • Toen ik eens een ooglidcorrectie had gedaan, had ik ook van die pijnlijk opgezette oogleden. Waar heb je het nu over? Over jezelf of de ander? Daarbij: iedere vergelijking gaat mank, want geen mens en geen situatie is precies hetzelfde. Empathie tonen betekent dat je je inleeft in de situatie van de ander en al je aandacht daarop richt.

  • O jee! Heb je gehoord dat het volgende week heel mooi weer wordt? Je wilt misschien de ander afleiden, maar door snel van onderwerp te veranderen lijk je wat de ander voelt of meemaakt te bagatelliseren.

Do’s:

  • Luisteren. Het klinkt zo simpel, maar dat is alles wat de ander wil: gehoord worden. Je kunt laten horen dat je luistert door wat wel ‘empatisch hummen’ wordt genoemd of wat korte reacties als: O, jee! Poeh! etc.

  • Voel je je gefrustreerd? Dat lijkt me heel vervelend. Schat het gevoel dat de ander heeft in en vraag of dat klopt. Als het klopt geeft dat de ander een gevoel van erkenning en als het niet klopt geeft hij of zij wel aan wat het juiste woord is. Zo laat je merken dat je je inleeft in de situatie van de ander. Als je geen woorden kunt vinden omdat jij zoiets nog nooit hebt meegemaakt, zeg dat dan gewoon. De ander kan dan verder proberen zijn gevoelens onder woorden te brengen.

  • Ik bel/app/mail je later deze week nog eens om te horen hoe het dan gaat. Zo laat je weten dat het je echt interesseert hoe het nu verder gaat met de ander. Hij of zij zal zich gehoord en gesteund voelen door jouw aandacht.

  • Heb je ergens behoefte aan? Kan ik iets voor je doen? Door deze vragen bied je hulp aan geef je de ander de ruimte om aan te geven of en in welke vorm hij hulp wil. Misschien heeft de ander even geen antwoord, dan kun je aangeven dat je er bent als hij of zij je nodig heeft.

Wil je meer weten over omgaan met pijn en verdriet? Luister eens naar de podcast van Brene Brown https://brenebrown.com/podcast/brene-on-comparative-suffering-the-50-50-myth-and-settling-the-ball/ of kijk hier inspirerende verhaal van dr Edith Eva Eger: https://www.youtube.com/watch?v=LnVRLKArp5I of lees een van haar boeken.

Heb je zelf pijn of verdriet of zit je niet lekker in je vel en weet je niet goed hoe je ermee om moet gaan? Bel me of vul het contactformulier op deze site in, dan kunnen we in een vrijblijvend oriënterend gesprek onderzoeken wat ik voor je kan doen.

Vertrouwen

oogoperatie.jpg

Vertrouwen

In vertrouwen naar zelfvertrouwen

Afgelopen dinsdag ben ik geopereerd aan mijn linkeroog. Ik zag er, ondanks mijn bijna -10, met lenzen of een bril best goed mee. Maar ik heb aan beide ogen glaucoom = een te hoge oogdruk, waardoor er langzamerhand steeds een stukje van mijn gezichtsveld verdween. Rechts mis ik ongeveer een derde van mijn gezichtsveld, maar links mis ik tot nu toe nog maar zo’n 10%. Met druppels is bij mij de oogdruk niet goed stabiel te krijgen. Toen mijn oogarts, dokter Schwartzenberg van het Groene Hart Ziekenhuis, voorstelde een buisje in mijn beste oog te implanteren om die druk beter te stabiliseren, heb ik ja gezegd. Ondanks het feit dat het een nieuw soort drain is, waarmee hij nog geen ervaring had. Ondanks het feit dat ik de eerste tijd eerder slechter zou zien dan beter.

Een jaar geleden begon ik, na 22 jaar als docent Frans en docentcoach te hebben gewerkt aan het Krimpenerwaard College, aan de opleiding Coach Intensive van NONONS, waarvoor ik slaagde in april, en inmiddels heb ik al een flink aantal mensen kunnen coachen op verschillende thema’s.

Wat is de link? Het woord vertrouwen. De laatste dagen kon ik niet lezen, fietsen, wandelen, Netflixen of wielrennen kijken op tv, mijn favoriete bezigheden en had ik veel tijd om na te denken. Toen ik met mijn pijnlijke ogen dicht op bed lag besefte ik wat een vertrouwen ik in mijn oogarts heb om me aan mijn beste oog te laten opereren en zag ik de link met wat een vertrouwen het vergt om aan je coach te vertellen wat je dwars zit, waar je pijn zit, wat je zo graag zou veranderen, maar wat je in je eentje niet lukt.

Zoals ik vertrouw op de kennis, het inschattingsvermogen en de vaardigheid van mijn oogarts, hebben mijn coachees vertrouwen in mij. Net als ik nu door de pijn van de hechtingen die iedere keer dat ik knipper een schurend gevoel geven heen moet, moeten zij ook soms door pijn heen om een stap vooruit te kunnen zetten. Net als ik, behalve in mijn oogarts, ook vertrouwen moet hebben in de helende kracht van mijn lichaam, kunnen mijn coachees leren te vertrouwen op zichzelf. Want dat is altijd het doel van mijn coaching: ik wil je leren te vertrouwen op de kracht in jezelf: de kracht om te veranderen, de kracht om te accepteren, de kracht om zelfstandig je pad te vervolgen.

Hier een voorbeeld daarvan: je wilt graag meer balans tussen werk en privé, maar voelt je zo verantwoordelijk voor je werk, je leerlingen of je klanten dat je in het weekend en ’s avonds nauwelijks aan ontspannen toekomt. We kunnen dan eens goed luisteren naar die Innerlijke Criticus die jou altijd weer aanspoort om het nog beter te doen: om een nog mooiere PowerPoint te maken, om je les nog gedetailleerder voor te bereiden, je tekst nog eens aan te scherpen, maar ook nog beter je best te doen bij het sporten, meer aandacht te besteden aan je alleenwonende moeder. Waarschijnlijk heeft dat deel van jezelf je veel gebracht, je gestimuleerd om hard te studeren, erg je best te doen in je werk waardoor je succesvol bent en financieel onafhankelijk. Maar een ander deel van jou wil graag wat meer genieten van je vrije tijd, naar een museum kunnen gaan, kunnen wandelen en lunchen met een goede vriendin zonder dat je Innerlijke Criticus je eraan herinnert dat er thuis nog werk op je ligt te wachten, dat je eigenlijk nog zeker 2x naar de sportschool moet deze week. Het besef dat je jezelf op die manier veel plezier onthoudt kan pijnlijk zijn en zelfs even verdrietig maken. Maar vanuit dat besef kun je stapjes zetten naar genieten zonder ‘maar’ door bewust in het moment te zijn en te leren om de stem die zegt dat de plicht roept even uit te zetten. Uiteindelijk kun je daardoor beter ontspannen en de week met nieuwe energie beginnen.

Een ander voorbeeld van vertrouwen leren hebben in de kracht in jezelf: je hebt een nieuwe baan en daarbij hoort dat je beoordelingsgesprekken krijgt met je teamleider. Ook al benoemt deze ook je positieve punten, jij hoort alleen de verbeterpunten, klapt dicht en slaapt er slecht van. Je krijgt het gevoel dat je je werk niet goed doet en wordt onzeker, waardoor je ook inderdaad minder gaat presteren. Door jou veel vragen te stellen en voorbeelden te laten benoemen van andere situaties waarin je hetzelfde gevoel ervaart, kunnen we erachter komen wat hier in jouw onderbewustzijn speelt. Het kan zijn dat je je door een nare ervaring vroeger hebt gewapend tegen kritiek door een harnas van onkwetsbaarheid aan te trekken. Dit kan vele jaren hebben gewerkt, maar nu je van baan bent veranderd en voor het eerst sinds lange tijd weer beoordeeld wordt en er ook verbeterpunten benoemd worden, kan er een gat in dat harnas komen en weet je even niet hoe je daarmee om moet gaan. Er kunnen dan emoties bovenkomen die je lang hebt weggestopt. In de coaching kunnen we in een veilige setting ruimte geven aan die emoties. Soms is dat eerst pijnlijk, want er kan oud verdriet boven komen drijven. Door oefeningen kan ik je leren die emoties te accepteren en er te laten zijn zonder ermee samen te vallen. Je kunt dan gaan begrijpen dat je jezelf tekort doet als je niet kunt leren zonder jezelf toe te staan fouten te maken. In kleine stapjes kun je leren open te staan voor kritiek. Dat is niet altijd makkelijk, maar het leert je ook je bewust te worden van wat je kan. Dat geeft je weer genoeg zelfvertrouwen om met kritiek om te kunnen gaan en ervan te leren.

Soms kan een traject ook kort en krachtig zijn. Vind je het bijvoorbeeld moeilijk om met nieuwe situaties om te gaan? Het besef dat dit eigenlijk voor iedereen geldt helpt al. Een oefening waarin je de angst visualiseert en in gedachten ondergaat helpt om die angst te kunnen relativeren. In een paar sessies kun je leren met de angst onder je arm een nieuwe situatie met zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid tegemoet te gaan.

Benieuwd naar wat ik als coach voor jou kan betekenen? Bel me of vul het contactformulier in en we maken een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

Help, mijn puber is thuis

Help, mijn puber is thuis

Voor veel ouders kwam het als een schok: de scholen gingen dicht en ineens was hun puber hele dagen thuis. Geen school: de natte droom van iedere puber, maar niet van hun ouders. Voor iedereen is het een ongewone situatie waar we de komende tijd mee om moeten gaan. Er zijn dingen die moeten en er zijn dingen die nu ineens kunnen. Waarschijnlijk biedt de school van nu digitale lessen in de een of andere vorm aan. Het begrip huiswerk heeft een nieuwe betekenis gekregen. Daarnaast is er nog veel tijd om in te vullen in een situatie die voor ons allemaal nieuw en dus onwennig is. Om de komende tijd samen goed door te komen hier wat tips voor ouders:

Verantwoordelijkheid: geef je puber de ruimte en verantwoordelijkheid die hij of zij aankan: een brugklasser heeft meer sturing nodig dan een eindexamenleerling, maar de onderlinge verschillen zijn groot. Jij kent zelf je kind het beste; vertrouw op je gevoel en blijf praten met elkaar.

Plannen: meestal niet het sterkste punt van je puber. Een planning biedt echter structuur en geeft ritme aan de dag. Kijk welke mogelijkheden de school van jouw kind biedt voor digitaal onderwijs en maak samen een planning voor de dag/week met ruimte voor schoolwerk en ontspanning of nog beter: laat je zoon/dochter een planning maken en kijk daarna samen of het haalbaar is. Als hulpmiddel kun je planner gebruiken die je zelf kunt invullen.

Beweging: is belangrijk, dat weten we allemaal. Stimuleer je puber om binnen of buiten te bewegen. Sommige scholen geven online gymles, de sportschool heeft ook vaak workouts die je online mee kunt doen of geeft buiten les. Zolang het kan en mag is het ook heerlijk om zelf buiten te bewegen: even wandelen, fietsen, hardlopen. Als je kind dat samen met een ander doet, laten ze dan wel letten op de social distancing. In ieder geval: maak ruimte voor beweging in de planning!

Controle: daar houdt je puber niet van, maar jij kunt het moeilijk loslaten. Zet het om in aandacht en belangstelling en ga uit van vertrouwen.

Ontdek je talent: meer tijd thuis betekent meer tijd voor je puber om zijn/haar talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Koken, bakken, creatief van oude kleding iets nieuws maken, muziek maken, zingen, dansen, een blog schrijven of misschien wel anderen helpen: geef hem/haar de ruimte om ook aan deze dingen tijd te besteden.

Mens erger je niet. Erger je je aan het gedrag van je puber? Loop even weg uit de situatie. Bedenk dat je nu meer ziet en hoort dan anders waardoor er meer kans is op irritatie. Is het echt iets belangrijks? Maak het op een goed moment op een rustige manier bespreekbaar.

Sociale contacten: wij mensen zijn sociale wezens en hebben elkaar in moeilijke tijden extra hard nodig. Onze nieuwe realiteit is dat we vooral contact kunnen hebben via WhatsApp, Facetime, Zoom e.d.; ga samen op zoek naar de balans tussen real time en virtual time.

Qualitytime: gelukkig zijn er ook positieve kanten aan de coronacrisis: waarschijnlijk heb je nu meer tijd voor samen: samen wandelen, fietsen, hardlopen, koken, bakken, maakt niet uit wat je doet. Ervaar wat dit voor moois oplevert.

Helpen, geen taken. Je kind kan vast meer dan jij en hij/zij denken. Vraag of hij/zij jou wil helpen door b.v. de hond uit te laten, de badkamer schoon te maken, boodschappen te doen, je fietsband te plakken of te koken. Neem de woorden taken en moeten niet in je mond, maar heb het over helpen, elkaar steunen in deze moeilijke tijden en denk aan:

Complimenten: ook een schijnbaar onverschillige puber vindt het fijn om complimenten te krijgen. Prijs hem/haar als de planning is gemaakt, het schoolwerk is gedaan, als hij/zij je ergens mee geholpen heeft en laat je niet misleiden door de lauwe reactie die je misschien krijgt: het complimentje komt echt wel binnen.

Angst: we zijn allemaal bij vlagen bang voor wat ons te wachten staat, bang voor de onzekerheid waarin we nu leven. Wees niet bang om dat toe te geven, durf de angst bespreekbaar te maken en wuif de gevoelens van jezelf en je kind niet weg. Door er samen over te praten verdwijnt de angst niet, maar laat je merken dat het niet vreemd is dat je bang bent en kom je dichterbij elkaar. Vraag ook waar je kind informatie vandaan haalt en laat zien welke informatiebronnen jij gebruikt en betrouwbaar vindt; zo kun je voorkomen dat je kind bang wordt gemaakt door nepnieuws dat soms rondgaat op sociale media.

Humor: samen lachen maakt moeilijke tijden draaglijk. Pubers hebben vaak een bijzondere vorm van humor en weten allerlei grappige filmpjes te vinden op internet terwijl jij weer andere video’s doorgestuurd krijgt via jouw netwerk. Leer elkaars humor kennen en waarderen.

Leren van je puber:  jouw zoon of dochter kan vast dingen die jij niet kan. Vraag hem/haar bijvoorbeeld je eens te helpen bij het maken van een PowerPoint of Prezi, vraag hem/haar oma of opa te laten zien hoe je facetimet, Zoomt of Skypet of laat je inwijden in de wereld van Instagram. Jij leert wat en je zult je puber zien groeien.  

Succes lieve ouders van lieve pubers; maak er samen een positieve tijd van!

Wil je meer weten, bijvoorbeeld over hoe je lastige onderwerpen bespreekbaar maakt, voorkomt dat een situatie escaleert of hoe je een goede planner maakt? Neem contact op met mij voor persoonlijk advies of een 1-op-1 (online) coachsessie.